Trauma en depressie
Ingrijpende en schokkende gebeurtenissen zoals een overval, een verkeersongeluk, oorlogsgeweld, verkrachting, mishandeling en seksueel misbruik kunnen traumatisch* zijn. Traumatische gebeurtenissen kunnen van invloed zijn bij het ontwikkelen van een depressie.
Wat is een trauma?
Een traumatische gebeurtenis kan omschreven worden als een overweldigende ervaring, die als zeer bedreigend beleefd wordt en die je niet kan vermijden. De gebeurtenis roept hoge angst, afkeer en machteloosheid op.
* Trauma betekent 'wonde'. Door een traumatische gebeurtenis geraak je 'emotioneel gewond'.
Er wordt vaak onderscheid gemaakt tussen 'type 1' en 'type 2' trauma's. Bij type 1 gaat het om éénmalige overweldigende ervaringen zoals bijvoorbeeld een ongeval, een overval, een verkrachting, of het meemaken van een natuurramp. Bij type 2 gaat het om zich herhalende gebeurtenissen, zoals bijvoorbeeld aanhoudend oorlogsgeweld of aanhoudende lichamelijke of psychische mishandeling, seksueel misbruik en emotionele verwaarlozing bij een opgroeiend kind.
Je kan ook getraumatiseerd geraken wanneer je niet zelf het slachtoffer bent van een traumatische gebeurtenis, maar wanneer je er getuige van bent. Bijvoorbeeld door het zien van een ongeval dat iemand anders overkomt, of wanneer je als kind getuige bent van familiaal geweld.
Verwerking van traumatische gebeurtenissen
Dat je je na een traumatische ervaring een tijdlang slecht voelt, is heel normaal. Vaak (maar niet altijd) treedt tijdens de ervaring een psychisch proces in werking waardoor je emotioneel verdoofd geraakt. Dit wordt 'dissociatie' genoemd. Het effect van de gebeurtenis lijkt op het moment zelf niet meer volledig door te dringen. Pas achteraf kom je tot het besef van wat zich heeft voorgedaan.
Lees later meer over 'vechten, vluchten en bevriezen'
Bij de meeste mensen zullen klachten (zoals angst, onrust, woede en slaapproblemen) binnen 1 tot 4 weken sterk verminderen. Dit is de herstelfase waarin het zelfhelend vermogen van je geest en hersenen hun werk doen. Je komt geleidelijk tot verwerking. Cruciaal hierbij is dat je kan terugvallen op een begripsvolle en steunende omgeving.
Wanneer het niet tot verwerking komt dan kunnen schokkende gebeurtenissen echter ook (langdurige) psychische klachten tot gevolg hebben. In dat geval spreken we over een 'post traumatische stressstoornis' (PTSS). Deze wordt gekenmerkt door:
- Herbelevingen. Nare herinneringen met beelden en gedachten die zich vaak opdringen. Vaak ook angstdromen over de traumatische gebeurtenis. Het lijkt er soms op alsof de traumatische gebeurtenis opnieuw plaatsvindt.
- Vermijdingsreacties. Je probeert gedachten, gevoelens en situaties te vermijden die herinneringen aan de traumatische gebeurtenis kunnen oproepen.
- Negatieve gedachten en vervreemdingsgevoelens. Je denkt slecht over jezelf, je maakt jezelf verwijten en/of je verliest interesse in zaken die je vroeger belangrijk vond. Je kan ook ervaren dat alles 'onecht' lijkt en dat je geen verbinding meer hebt met anderen en je omgeving.
- Prikkelbaarheid en opgejaagdheid. Je wordt snel geïrriteerd, je krijgt woede-uitbarstingen, je kan je moeilijk concentreren. Of je wordt overdreven waakzaam en schrikt heel snel op.
Er kunnen ook allerlei lichamelijke klachten optreden: hoofdpijn, maagpijn, spierpijn en verkrampingen. Een trauma zet zich vast in je lichaam en geest.
Impact op je leven
Net zoals een depressie kan een posttraumatische stressstoornis een grote impact hebben op je je leven. PTSS kan na verloop van tijd ook uitmonden in een depressie. Maar ook in angst- en dwangklachten, verslavingsproblemen en soms zelfs psychose (= het contact met de realiteit verliezen met wanen en hallucinaties).
Er blijkt vooral een verband te zijn tussen vroegkinderlijk trauma en depressie op latere leeftijd. Vaak zal je met PTSS negatieve gedachten over jezelf ontwikkelen, zoals: 'ik ben schuldig of ik heb het zelf uitgelokt', 'ik ben een zwakkeling', 'ik ben niet te vertrouwen of anderen zijn niet te vertrouwen'. De negatieve gedachten over jezelf zetten soms aan tot zelfbestraffing en zelfpijniging (automutilatie).
Om aan pijnlijke herinneringen te ontsnappen kan een heel patroon van vermijding ontstaan. Herbelevingen en traumagerelateerde gevoelens, gedachten en lichamelijke reacties kunnen echter onverwacht optreden door 'triggers' of uitlokkers in de omgeving. Hierdoor ga je jezelf terugtrekken of jezelf afsluiten voor je omgeving.
Zowel PTSS als depressie zetten je 'op een eiland'. Je voelt je niet meer verbonden met anderen en de rest van de wereld. Soms letterlijk, alsof je in een soort droomtoestand leeft waar anderen geen toegang toe hebben. Sommigen slagen erin om met een 'schijnpersoonlijkheid' naar buiten te komen. Ze gedragen zich sociaal en optimistisch, maar eens ze alleen zijn klapt alles in elkaar.
Gevolgen voor behandeling en herstel
Wanneer er een samenhang is tussen depressie en een posttraumatische stressstoornis, dan kunnen deze niet apart behandeld worden. Beide kunnen best samen aandacht krijgen.
Probleem is vaak dat er niet snel over traumatische gebeurtenissen gesproken wordt, zeker wanneer deze mishandeling, verwaarlozing of seksueel misbruik betreffen. Enerzijds vanuit de neiging tot vermijding, anderzijds vanuit schaamte. De drempel wordt soms lager wanneer er 'onrechtstreeks' kan gesproken worden. Bijvoorbeeld door het invullen van een vragenlijst, het uitschrijven van levensgebeurtenissen of via een chatgesprek. Dat komt omdat deze communicatie als 'veiliger' aangevoeld wordt.
Wanneer zowel depressie als trauma aan bod komen in een behandeling, betekent dit echter niet dat de traumatische herinneringen zo snel mogelijk volledig 'naar boven' moeten gehaald worden.
In de eerste plaats dient bekeken worden of iemand met PTSS voldoende veiligheid ervaart in de huidige levenssituatie. Het gebeurt immers dat de persoon in kwestie zich nog steeds in een bedreigende thuissituatie bevindt.
Er dient informatie gegeven te worden over wat PTSS eigenlijk is en hoe het je leven kan beïnvloeden (psycho-educatie). Dit is belangrijk omdat belevingen en symptomen soms chaotisch en 'bizar' kunnen lijken. Vaak wordt er ook geen enkele samenhang gezien met de voorgeschiedenis. Niet zelden denkt iemand met PTSS 'gek' of 'gestoord' te zijn.
Daarna kan gewerkt worden rond het omgaan met de symptomen van de PTSS.
- Welke mogelijkheden zijn er om meer veiligheid te ervaren in het hier-en-nu?
- Kan er beroep gedaan worden op vertrouwenspersonen uit de nabije omgeving?
- Hoe omgaan met soms heftige gevoelens? En hoe omgaan met 'triggers' (uitlokkers) die herinneringen en heftige gevoelens kunnen oproepen?
- Hoe het slaappatroon verbeteren en je levensstijl aanpassen? Bijvoorbeeld door meer structuur aan te houden of overmatig alcohol-, drug- en medicatiegebruik te vermijden.
Dit is vaak een proces van vallen en opstaan. Een veilige, en bij voorkeur ondersteunende omgeving, is hierbij van groot belang. Niet iedereen kan onmiddellijk terugvallen op dergelijke ondersteunende omgeving. Zoek dus hulp bij anderen en aanvaard die hulp om dergelijke omgeving rondom jezelf op te bouwen.
Wanneer er meer stabiliteit en veiligheid ontstaat, dan kunnen geleidelijk stappen gezet worden om de vroegere traumatische ervaringen een plaats te geven. Om ze geleidelijk te leren verwerken in een 'veilig heden'.
Herstel kan ook groei betekenen
Iedereen die traumatische ervaringen meemaakt lijdt daaronder. Maar toch rapporteren heel wat mensen die deze ervaringen doormaakten én die herstelden van een PTSS, dat ze zich daarna 'gelukkiger', 'gezonder' of 'levenslustiger' voelden dan voordien. Dit wordt 'post-traumatische groei' genoemd. Wat niet wil zeggen dat het meemaken van traumatische ervaringen op zichzelf positief is.
Dit gevoel van 'gegroeid' te zijn wordt op verschillende manieren onder woorden gebracht:
- "Ik realiseerde me dat het leven kostbaar is. Ook de 'kleine dingen' ging ik meer appreciëren."
- "Ik kwam tot het besef dat ik mentaal sterker was, dan ik vroeger dacht".
- "Ik begon een aantal contacten die ik had meer te waarderen. Ik voel nu een sterkere band met mensen die echt belangrijk zijn voor mij".
- "Ik ging nieuwe doelen zien waarvoor ik me wil inzetten. Ik was zelf slachtoffer, nu wil ik anderen helpen."
- "Ik geniet meer van momenten waarin niets hoeft. Ik teken en schilder, gewoon omdat ik het leuk vind."