Wat zijn de gevolgen voor jou?
Je ziet als kind dat één van je ouders anders doet dan anders. Dat kan best eng zijn als je niet helemaal snapt wat er aan de hand is. Iedereen kan wel eens een tijdje verdrietig, 'slecht gezind' of moe zijn. Maar nu blijft het veel langer duren...
Je mama of papa doen veel minder dan vroeger en ze hebben vaak geen zin om te praten. Of geen zin om met jou te spelen, of je te helpen bij je huiswerk. Er wordt minder voor je gezorgd en je krijgt mogelijk ook veel minder aandacht.
Je denkt misschien dat het jouw schuld is of je gaat heel erg voor je mama of papa zorgen. Je durft misschien niet veel vragen stellen omdat mama of papa dan verdrietig of kwaad wordt.
Maar weet dat de somberheid en het misschien vreemde gedrag van je mama of papa niets met jou te maken hebben. Het heeft te maken met de ziekte, de depressie. Als de depressie wat opklaart, dan wordt je mama of papa weer meer terug zoals vroeger.
Wat kan je doen?
Jij kan als kind een ouder die depressief is niet echt helpen.
Gelukkig kan je andere ouder die niet depressief is dikwijls veel goed maken. Als je vindt dat er te weinig aandacht voor jou is of wanneer je veel last hebt van de problemen thuis, praat daar dan over met de andere ouder. Deze ouder is soms zoveel bezig met de problemen van zijn of haar partner, dat de kinderen wat 'vergeten' worden. Meestal is dat niet de bedoeling, maar gebeurt het zonder dat ze het zelf in de gaten hebben. Laat je horen.
Spreek af om regelmatig eens bij vriendjes of familie te gaan spelen of logeren, zodat je even lekker jezelf kan zijn.
Probeer zeker om voor jezelf te zorgen en aan jezelf te denken. Blijf de dingen doen die je graag doet, sluit je niet op.
Je kan ook met iemand anders praten over de moeilijkheden thuis. Dit betekent niet dat je je ouders verraadt, het betekent dat je voor jezelf zorgt. Je kan een volwassene kiezen die je vertrouwt. Bijvoorbeeld een grootouder, een oom of tante, een oudere broer of zus, enzovoort.