Bijwerkingen antidepressiva
Antidepressiva kunnen bijwerkingen veroorzaken. Deze bijwerkingen treden meestal op tijdens de eerste weken van het gebruik. De meeste ervan verdwijnen na enige tijd, maar sommige kunnen aanwezig blijven.
Wanneer je ongewenste effecten ervaart van een antidepressivum, bespreek dit dan altijd met je arts. Mogelijk moet de dosering aangepast worden of wordt de medicatie beter veranderd.
Bijwerkingen (meestal) van voorbijgaande aard
De meeste voorbijgaande ongewenste effecten zijn:
- misselijkheid,
- vermoeidheid,
- sufheid,
- hoofdpijn.
Andere mogelijke bijwerkingen
Andere, vaak voorkomende klachten zijn:
- overmatig zweten,
- beven,
- spierstijfheid,
- sexuele problemen zoals verminderde zin in vrijen (of het wegvallen van de plezierbeleving tijdens het vrijen), erectieproblemen en ejaculatiestoornissen.
Anticholinerge bijwerkingen
Sommige antidepressiva zijn gekend wegens hun ‘anticholinerge bijwerkingen’ waaronder:
- droge mond,
- droge ogen,
- plasproblemen,
- obstipatie,
- gewichtstoename.
Deze klachten blijven vaak aanwezig gedurende de hele tijd van behandeling en zijn soms een reden om van medicatie te veranderen.
Combinatie met andere medicatie en alcohol
Verder is het ook belangrijk je arts op de hoogte te stellen van overige medicatie die je inneemt. Immers, sommige combinaties van geneesmiddelen kunnen extra sufheid veroorzaken of de drempel voor epileptische insulten verlagen of zorgen voor intoxicatieverschijnselen.
Ook de combinatie van antidepressiva met alcohol wordt ten stelligste ontraden. Alcohol kan op zich al depressieve klachten doen toenemen. Daarnaast kan alcohol de werking van antidepressiva beïnvloeden. Ofwel wordt hun werking verminderd, ofwel worden bijwerkingen versterkt (sufheid, slaperigheid, en soms zelfs verwardheid).