Depressie en zelfmoord
Ben je op zoek naar dringende professionele hulp rond zelfmoordgedachten of zelfmoorddreiging bij jezelf of iemand in je omgeving, contacteer dan de Zelfmoordlijn via het gratis nummer 1813 of via de website:
Zelfmoord1813
Naar schatting heeft 80% van de mensen met een depressie last van zelfmoordgedachten. De grote meerderheid zal niet tot zelfmoord overgaan, maar depressieve klachten worden wel als één van de belangrijkste risicofactoren beschouwd.
Wanneer je je vaak neerslachtig voelt en minder geniet van het leven, vergroot de kans dat je speelt met de gedachte om uit het leven te stappen. Zelfmoord lijkt dan ‘de enige uitweg’...
Het is echter van belang om te beseffen dat mensen doorgaans geen zelfmoord overwegen omdat ze niet meer willen leven, maar eerder omdat ze gewoon geen mogelijkheid meer zien om op de huidige manier verder te leven.
Op eigen houtje een manier vinden om hoop te blijven behouden als je diep in de put zit, is vaak zeer moeilijk. Maar met gepaste hulp is het zeker niet onmogelijk en praten helpt!
Je kan ook gebruikmaken van de online zelfhulpcursus “think life”, een initiatief van zelfmoord1813.be.
Voor meer informatie: thinklife.zelfmoord1813.be
Alarmsignalen
Er zijn een aantal alarmsignalen die kunnen wijzen op een hoger zelfmoordrisico. Bij personen met depressieve klachten die een zelfmoordpoging ondernemen, meldt de naaste omgeving in 95% van de gevallen dat er signalen waren in de 6 maanden ervoor.
Alarmsignalen worden best niet genegeerd of gebanaliseerd. Het is een misverstand te denken dat iemand die over zelfmoord praat dit alleen maar doet om aandacht te trekken. Wanneer jij of iemand in je omgeving met zelfmoordgedachten zit, is het steeds aangewezen om hierover te praten en eventueel professionele hulp in te schakelen. Zie ook: 'Hulp nodig'
Weet dat erover praten niemand op ideeën zal brengen (die zijn er immers al). Praten zal daartentegen de kans vergroten dat er stappen vooruit kunnen gezet worden.
Enkele mogelijke alarmsignalen zijn:
- Een sombere stemming
- Gevoelens van hopeloosheid, machteloosheid, wanhoop,...
- Veranderingen in gedrag: teruggetrokken gedrag, zelfverwaarlozing, slaapproblemen, geen dagstructuur meer hebben, …
- Praten over de dood of over zelfmoord
- Signalen dat de persoon in kwestie afscheid aan het nemen is
- Een langere periode van onrust of depressieve klachten, gevolgd door een periode van plotse rust of verbetering
Het 'suïcidaal proces'
Aan zelfmoord gaat vaak een proces van weken, maanden tot zelfs jaren vooraf. Dit is het ‘suïcidaal proces’ en omvat een aantal gradaties of fasen. Dit onderscheid in gradaties betekent niet dat je een zogenaamde ‘lagere gradatie’ minder serieus moet nemen.
In elke fase is er bovendien nog een sterke wisseling in de suïcidaliteit; de ene dag is de andere niet. Deze aanhoudende schommelbeweging is zeer kenmerkend voor het suïcidaal proces.
In elke fase kunnen signalen uitgezonden worden, zichtbare en minder zichtbare.
1. Zelfmoordgedachten
Naar schatting ervaart 13% van de bevolking ooit zelfmoordgedachten tijdens hun leven. Dit betekent niet dat al die mensen ook een zelfmoordpoging zullen ondernemen. Deze gedachten zijn meestal van voorbijgaande aard. Ze ontstaan soms wanneer we in een moeilijke situatie zitten en niet weten hoe we een bepaald probleem kunnen oplossen. Het leven ontvluchten kan dan een uitweg lijken, al wil je niet echt sterven.
Een voorbeeldgedachte: “Ik zou het niet erg vinden als ik morgen niet meer wakker word”.
2. Zelfmoordwens
Soms zullen gedachten zich verder ontwikkelen tot een zelfmoordwens. Een zelfmoordwens gaat verder dan zelfmoordgedachten. Je denkt steeds vaker na over de dood en ziet dit steeds meer als dé oplossing. Op dit moment zijn er vaak nog geen plannen om effectief tot zelfmoord over te gaan.
Een voorbeeld: “Ik wil dood, ik wil niet meer verder”.
3. Zelfmoordplannen
Waar het suïcidaal proces voor de meesten reeds stopt in één van de voorgaande fases, zullen sommigen overgaan tot plannen maken voor een zelfmoordpoging. In deze fase wordt er nagedacht over de concrete mogelijkheden. Er blijft nog enige twijfel en de stap wordt (nog) niet gezet.
Soms wordt er over de plannen gesproken. Weet dat de twijfel echter een constante is gedurende heel het proces, ook al wordt die niet uitgesproken.
4. Zelfmoordpoging
In deze fase wordt een zelfmoorpoging ondernomen. Vaak lijkt het op dat moment nog de enige manier om te ontsnappen uit een moeilijke situatie. Doorgaans niet omdat iemand graag wilt sterven.
Vaak volgt er na een (mislukte) poging een fase van 'schijnbare rust'. Een poging ondernomen hebben vergroot echter de kans op een nieuwe poging.
Oorzaken
Er bestaat geen eenduidige oorzaak van zelfmoord. Het is steeds een samenspel van risicofactoren en beschermende factoren.
Risicofactoren kunnen psychisch, sociaal of biologisch zijn:
- Een psychiatrisch probleem (bijv. depressie)
- Een lichamelijke aandoening (bijv. chronische pijn)
- Persoonlijkheidskenmerken (bijv. negatief zelfbeeld, gevoelens van hulpeloosheid, impulsiviteit)
- Negatieve en stresserende levensgebeurtenissen (bv. misbruik in de voorgeschiedenis, werkloosheid, discriminatie, zelfmoord in de omgeving,…)
- Sociale factoren (bijv. geen of een beperkte familie- en vriendenkring)
- Biologische factoren (bijv. een verstoorde serotonine productie, een lagere pijndrempel,...)
Deze risicofactoren, in combinatie met een tekort aan beschermende factoren, verhogen de kans op zelfmoord. Beschermende factoren zijn bijvoorbeeld:
- Veerkracht
- Een positief zelfbeeld
- Probleemoplossende vaardigheden
- Sociale steun
- Positieve ervaringen
- ...
In onderstaande video bespreekt Prof. Gwendolyn Portzky wat iemand tot zelfmoord kan drijven.
Wie dienen hierbij nog op te merken dat ook het gebruik van antidepressiva soms kan gelinkt worden aan zelfmoord, vooral bij jongeren en adolescenten. Dit komt omdat deze medicatie iemand aanvankelijk actiever kan maken en pas later de stemming verbetert. Het is dus aangewezen om in de eerste weken na de opstart van antidepressiva extra alert te zijn en de suïcidaliteit steeds goed op te volgen.
Omgaan met zelfmoordgedachten
Wanneer jij (of iemand uit je omgeving) zelfmoordgedachten heeft, zijn er een aantal dingen die je (samen) kan doen.
1. Herken de signalen
Wanneer je een aantal alarmsignalen opmerkt bij jezelf of iemand uit je omgeving, wees dan alert. Er is mogelijk meer aan de hand! Negeer de signalen niet en ga een gesprek niet uit de weg.
2. Praat erover
Praat erover wanneer je alarmsignalen opmerkt. Hoe moeilijk dit ook lijkt, praten werkt écht! Spreek de ander bijvoorbeeld voorzichtig aan: “Ik heb opgemerkt dat het niet zo goed gaat met me/ met jou, en daar maak ik me zorgen over. Zouden we even kunnen praten?”.
Neem de tijd om rustig samen te zitten. Probeer open en aandachtig te luisteren naar elkaar. Stel vragen zodat jullie elkaar goed kunnen begrijpen. Het is vaak voldoende dat er begripvol wordt geluisterd – er hoeft niet meteen naar een oplossing gezocht te worden. Probeer niet te panikeren: zelfmoordgedachten hebben betekent niet dat iemand ook effectief dood wil en zelfmoord zal plegen.
Als dit gesprek moeizaam verloopt of onvoldoende lijkt, kan je verwijzen naar de anonieme hulplijn Zelfmoordlijn 1813.
3. Probeer (samen) leuke of afleidende dingen te doen
De persoon die niet somber is zal hier meestal het voortouw moeten nemen. Stel af en toe voor om iets (samen) te doen, zoals wandelen. Wanneer je dierbare “nee” zegt, dan laat je het best ook even los. Je kan dan beter op een ander moment opnieuw iets voorstellen, zonder te forceren. Forceren werkt meestal averechts.
4. Andere hulpmiddelen
Een veiligheidsplan kan soms helpen om moeilijke momenten iets dragelijker te maken. Zeker wanneer iemand alleen is. Voor de omgeving kan het ook 'geruststellend' zijn te weten dat er iets is om op terug te vallen.
In een veiligheidsplan vul je in welke signalen er zijn van een crisis (alarmsignalen, signalen dat het echt niet meer gaat). Dan probeer je te omschrijven wat kan helpen op zo’n crisismoment en wie je kan contacteren. Het is een soort van noodplan wanneer je in crisis bent.
Voor meer informatie over een veiligheidsplan:
https://www.zelfmoord1813.be/SafetyPlan
De online zelfhulpcursus “think life” heeft als doel mensen beter te leren omgaan met zelfmoordgedachten. Je kan de zelfhulpcursus zelfstandig doorlopen, ook wanneer je al andere hulpverlening hebt. De cursus is anoniem en gratis te gebruiken. Think life is een initiatief van zelfmoord1813.be.
Voor meer informatie: https://thinklife.zelfmoord1813.be/
Een ander hulpmiddel is de Back-Up app. Een gratis mobiele applicatie die ondersteuning kan bieden. Je kan er ook een veiligheidsplan in opmaken.
Voor meer informatie over Back-Up:
https://www.zelfmoord1813.be/BackUp
Na een zelfmoordpoging kan je proberen terug “on track” te geraken. Op de website van ontrackagain.be vind je informatie en hulpmiddelen. De gelijknamige mobiele app wordt vernieuwd en zal waarschijnlijk in de loop van 2024 opnieuw beschikbaar zijn.
http://www.ontrackagain.be/
Voor nabestaanden werd werkgroep 'Verder' opgericht:
http://www.werkgroepverder.be/
Zelfmoord in cijfers*
- Gemiddeld overlijden dagelijks 2,5 Vlamingen aan zelfmoord;
- Gemiddeld doen per dag 23 Vlamingen een zelfmoordpoging;
- Vrouwen ondernemen vaker een zelfmoordpoging, maar mannen overlijden vaker ten gevolgen van zelfmoord: 72% van de overledenen zijn mannen;
- Zelfmoord komt in verhouding het vaakst voor in de leeftijdscategorieën van 45-49 jaar en 75-79 jaar;
- Bij jongeren tussen 15-45 jaar is zelfmoord de grootste doodsoorzaak;
- Naar schatting denkt 13% van de bevolking ooit in zijn/haar leven aan zelfmoord.
* Zelfdoding per leeftijd - 2015 [Online publicatie]. Brussel: Agentschap Zorg en Gezondheid, afdeling Informatie en Zorgberoepen [geraadpleegd op 11/09/2018]