Hoeveel bewegen?

Bewegen heeft heel wat voordelen: het vermindert de kans op verschillende lichamelijke ziekten (hart- en vaatziekten, botontkalking, overgewicht, hoge bloeddruk, dikke darmkanker en diabetes type 2). Bovendien heb je minder stress en slaap je beter.

wandelen

Hoeveel bewegen? Er zijn handige aanbevelingen op basis van 3 normen: hoeveelheid tijd, aantal stappen en intensiteit.

De beweegnorm = hoeveelheid tijd

  • Volwassenen: minstens een half uur matige beweging per dag
  • Kinderen en jongeren: minstens een uur matige tot intensieve beweging per dag

Je mag dit ook spreiden over de dag in periodes van minstens 10 minuten aan één stuk.

De stappennorm = aantal stappen

Een andere eenvoudige manier om elke dag meer te bewegen, is meer stappen te zetten.

  • Volwassenen: 10.000 stappen per dag.
    Gemiddeld zet een persoon ongeveer 6.000 stappen per dag. Met een half uur extra bewegen haal je zo die overige 4.000 stappen.
  • Ouderen (65+): 8.000 stappen per dag.

De fitnorm = intensiteit

Hier ga je voor een iets intensievere vorm van beweging: je favoriete sport, werken in je tuin,...

Het extra voordeel is het positieve effect op je hart en bloedvaten. Bouw deze vorm van beweging geleidelijk op en raadpleeg altijd eerst je arts bij hartproblemen, overgewicht of als je de voorbije 5 jaar zeer weinig hebt bewogen.

Aanbevolen voor een volwassene: 3 maal minstens 20 minuten onafgebroken intensieve beweging per week.

Niets voor jou?

zwemmen

Matige beweging heeft heel wat positieve effecten, lichamelijk en psychisch.

Sporters hebben een 1,5 keer minder kans op een psychische stoornis in het afgelopen jaar, vergeleken met niet-sporters. Zij hebben vooral minder kans op:

  • stemmingsstoornissen en angststoornissen (respectievelijk 1,8 en 1,7 keer minder),
  • middelenstoornissen (1,3 keer minder).

Verder blijkt dat sporters een 1,5 tot bijna 2 keer minder kans hebben om een nieuwe stemmingstoornis of angststoornis te ontwikkelen.

Als volwassenen een psychische stoornis hebben, is het zo dat sporters 1,5 keer vaker van hun psychische stoornis herstellen dan niet-sporters. Die hogere herstelkans is vooral te zien bij angststoornissen (1,7 keer vaker).

Matig sporten is beter voor de psychische gezondheid dan niet sporten, maar veel sporten is niet noodzakelijkerwijs beter dan matig sporten. Met andere woorden: het is niet zo dat hoe meer mensen sporten des te beter dat is voor hun psychische gezondheid.

Voorbeelden van matig sporten zijn: stevig wandelen (aan een tempo van minstens 5 km per uur, dus niet slenteren), de trap nemen, zwemmen, fietsen en rustig joggen.

Een beetje sporten (1 uur per week) kan al helpen! Ook als sporten je niet zo ligt, overweeg toch om wat sport te doen, eventueel in groep.