Antidepressiva in de hersenen

Antidepressiva hebben invloed op de werking van neurotransmitters in de hersenen. Daarnaast werken ze ook onrechtstreeks in op het 'stressresponssysteem'.

antidepressiva en hersenwerking

Invloed op neurotransmitters

In het biologische verklaringsmodel gaat men er van uit dat depressie verband houdt met slecht functionerende circuits in de hersenen. Deze hersencircuits zijn gekoppeld aan bepaalde neurotransmitters zoals: serotonine, noradrenaline en dopamine.

Deze 3 neurotransmitters zouden een rol spelen bij het ontstaan en het behandelen van een depressieve stoornis.

  • Een slechte werking van het serotonerge systeem zou leiden tot angstklachten, piekergedachten en sombere stemming.
  • Geen plezier meer kunnen beleven, concentratie- en aandachtstoornissen worden toegeschreven aan problemen in het noradrenalinesysteem.
  • Een tekort aan 'drive' of motivatie en energie, zou te wijten zijn aan stoornissen in het dopamine-systeem.
  • Stoornissen in de circuits van alle 3 de neurotransmitters dragen bij tot een sombere stemming.

Verschillende antidepressiva werken in op één of meerdere van deze neurotransmitter-systemen en kunnen zo leiden tot verlichten van de klachten die veroorzaakt worden door een slechte werking (door onevenwicht of tekort) van deze neurotransmitters.

Invloed op het stressresponssysteem

Stress zorgt voor automatische reacties in ons lichaam en onze hersenen, waardoor we 'op scherp' gezet worden. We zijn alert en klaar om te handelen. Hartslag en ademhaling versnellen. Er komt meer doorbloeding van hersenen en spieren. De suikerconcentratie in ons bloed verhoogt om meer energie te kunnen leveren. Enzovoort.

Aanhoudende stress kan echter leiden tot ontregeling van dit stressresponssysteem. We blijven 'op scherp' staan, wanneer dit niet langer hoeft. We gaan de omgeving en onszelf als negatief en bedreigend ervaren. We geraken overspannen, uitgeput en worden tenslotte depressief...

Door hun invloed op de neurotransmitter-systemen hebben antidepressiva onrechtstreeks ook een effect op het stressresponssysteem. Ze zorgen voor een betere regulering en dus voor meer evenwicht en rust.